De aandacht voor Long Covid heeft ook de aandacht voor ME/CVS (Myalgische Encephalitis of Chronisch Vermoeidheidssyndroom), post-sepsis e.a. post acute infectieuze syndromen versterkt. Dat is een welkome ontwikkeling want te lang zijn de lange termijn-klachten van deze ziektebeelden veronachtzaamd; die worden (vaak nog steeds) weggezet als ‘psychisch’. Natuurlijk is het goed dat er aandacht is voor de ‘gehele mens’ dus, naast de fysieke aspecten, ook voor alles wat er op mentaal en sociaal gebied speelt. Maar de biomedische oorzaken van klachten bleven lange tijd onderbelicht en daardoor werd ook het zoeken naar behandelingen belemmerd. Daarnaast zien we bij de verschillende post acute infectieuze syndromen veel overlap in de behoefte aan nazorg en expertise. Voor veel patiënten is het een enorme zoektocht: bij welke arts kan ik terecht? Wie is goed op de hoogte van dit soort gevolgen en eventuele mogelijkheden voor behandeling? Wie kan mij de weg wijzen?
Natuurlijk zijn er ook onderlinge verschillen; niet alleen tussen de Post Acute Infectieuze Syndromen (hierna te noemen ‘PAIS’) onderling, maar ook tussen patiënten. Sommigen hebben vooral cognitieve problemen, anderen problemen met het zenuwstelsel/neuropathie. En zo zijn er nog vele varianten. Bij Long Covid (en ME) staat bij de groep ernstig zieke patiënten het verschijnsel PEM (Post Exertionele Malaise) vaak voorop, gecombineerd met POTS (Posturaal Orthostatisch Tachycardie-syndroom).
Bij het eerstgenoemde worden patiënten zieker van inspanning (of dit nu fysiek, cognitief of mentaal is) waarbij het herstel dagen of zelfs weken kan duren; de reactie op inspanning is dus totaal niet meer in verhouding en patiënten reageren hierop met allerlei fysieke verschijnselen waaronder misselijkheid, een gevoel van uitputting, een grieperig gevoel/koorts, spier-pijnen, etc. etc. Bij POTS is o.a. de hartslag ontregeld en passen de bloedvaten zich onvoldoende aan de lichaamshouding aan, waardoor er bij staan en lopen geen goede bloedtoevoer is naar o.a. de hersenen en het hart. PEM en POTS komen ook soms na sepsis voor. Zie ook het verhaal van Nina. Maar zie ook de uitzending van de NOS over sepsis. Daarin komt Angelique Bakker aan het woord. Zij maakte een sepsis door en heeft daardoor te maken met PEM en POTS. Zie de uitzending op 24 september 2023. Zie de website van de NOS over sepsis op 24 september 2023.
Onderzoek naar biomedische oorzaken en behandelingen
Het is goed dat er de laatste tijd in Nederland meer onderzoek op gang komt naar de biomedische oorzaken van Long Covid en andere PAIS, maar ook naar mogelijk behandelingen. St. Long Covid maar ook de lobby vanuit patient organisaties hebben hier in belangrijke mate aan bijgedragen. Zo zijn inmiddels rond diverse mechanismen onderzoeken opgestart, zie op de website van St. Long Covid.
-Bloedstolling en verstoring van de bloedvaatjes
-Auto-immuniteit in relatie tot Long COVID
-De rol van neuro-inflammatie bij Long COVID
-Immuundysregulatie en virale persistentie
In het artikel van Davis et al. (januari ’23) werden de verschillende mechanismen al aangekaart, zie het artikel.
Het zijn terreinen die ook bij sepsis mogelijk een rol spelen. In dit verband wordt ook onderzoek gedaan naar de mitochondriën (de energie-fabriekjes in de lichaamscellen) die bij ernstige restklachten ‘op een laag pitje’ lijken te functioneren c.q. in hun werking zijn verstoord. Zie ook het recente artikel ‘Post Sepsis Syndrome; how can clinicians help?’. Voor de Nederlandse samenvatting zie deze blog. Meer specifiek promoveerde onlangs Bastiaan Star op het onderwerp ‘Mitochondrial dysfunction in sepsis: identifying mechanisms and novel therapies‘ (najaar 2023).
Op steeds meer congressen worden de overeenkomsten benadrukt tussen Long Covid en Post Sepsis (soms zelfs ‘long sepsis’ genoemd), zie ook deze lezing van Frank Brunkhorst op het Long covid Kongres 2023. Natuurlijk moeten we ook oog houden voor de verschillen maar het belangrijkste is dat diverse ziekte-mechanismen bij beide (en ook andere) PAIS een rol spelen.
Voortgaand onderzoek en verlichting van de nood zijn beide nodig
Omdat Long Covid een zeer complex ziektebeeld is (net als trouwens post sepsis, lyme, Q koorts, ME/CVS) en het door de pandemie en dankzij de inzet van patiënten in de publiciteit kwam, is steeds duidelijker geworden hoe groot de impact is maar ook dat er een groot gebrek is aan behandelingen. In de vorm van paramedische herstelzorg heeft de overheid (zonder wetenschappelijke onderbouwing maar uit nood) in het begin gezorgd dat er redelijk snel vergoeding kwam voor fysiotherapie. Daarnaast werd (vanuit de ervaring van Q-support) de organisatie C-support opgetuigd. Echter, behandelingen bleven uit, terwijl sommigen al jaren ziek zijn.
Daarop reageerde in de zomer van 2023 het Maatschappelijk impact Team, in de persoon van Jolande Sap, met een oproep:
‘Begin gewoon met behandelen en deel je kennis’. Zo zijn er bijv. medicijnen die al voor andere aandoeningen worden gebruikt waarvan, op grond van aanwijzingen, mogelijk effect verwacht kan worden. Zie het interview bij Nieuwsuur, op 19 juni.
Let wel: we zijn afhankelijk van wetenschap en onderzoek, die zijn essentieel. Maar het is belangrijk, nu we steeds meer getuige zijn van ‘de opkomende stem van de patiënt’ dat wetenschap en praktijk meer naar elkaar gaan luisteren en elkaar meer gaan aanvullen. Experimentele behandelingen kunnen, goed gemonitord, vast in praktijk worden gebracht, zoals behandeling met SSRI-medicatie. De redenering: ‘zolang je de oorzaak niet weet kun je niet goed behandelen’ gaat verlichting van het lijden van Long Covid en andere PAIS-patiënten steeds meer in de weg zitten, terwijl het een utopie is om te denken dat we het complexe geheel van Long Covid (en post sepsis) nu binnen 1 jaar in beeld hebben.
Zeker, in de tussentijd is voortgaand onderzoek nodig om steeds meer inzicht te verwerven in de precieze ontregelingen in het lichaam en hoe die elkaar beïnvloeden en om nog meer te weten te komen over de werking van behandelingen en waarom een behandeling bij veel patiënten aanslaat maar bij sommigen ook niet. Maar voortgaand onderzoek en experimentele behandelingen kunnen elkaar verder helpen. De opgedane observationele kennis (vastgelegd door artsen en ingevulde vragenlijsten van patiënten) kan informatie geven over het effect en meer inzicht geven in mogelijke werkingsmechanismen. Op basis daarvan kan dan weer groter onderzoek worden gestart. Hoor ook het pleidooi van Diewke de Haen (van PostCovidNL) in het programma Kassa op 9 december.
We zien in de wetenschap gelukkig steeds meer een verschuiving optreden. Het aantonen van effect wordt niet meer totaal opgehangen aan het verkrijgen van het ‘ultieme bewijs’. Er wordt naar nieuwe vormen gezocht en dat is een waardevolle ontwikkeling. Dit is door de COVID-19 pandemie gestimuleerd. Er wordt o.a. gebruik gemaakt van zgn. ‘Adaptive platform trials’ waarbij kennis sneller in praktijk kan worden gebracht. Zie voor een goede uitleg door Lennie Derde deze blog.
Deze aanpak levert heel veel gegevens op (doordat vele verschillende landen deelnemen) waarbij de betrouwbaarheid van het resultaat niet wordt gezocht in de herhaling van onderzoeken (wat heel veel tijd kost) maar in de ‘aantallen’, de spreiding over vele landen en de grootte van het effect. Kennis die tussentijds wordt opgedaan (bijv. over patiëntengroepen die er het meeste baat bij hebben) wordt tussentijds al gebruikt. Zodoende kan toepassing van kennis worden versneld.
Volgens hetzelfde principe konden tijdens de Corona-pandemie ook bij sepsis-patiënten met ernstige COVID-19 (=virale sepsis) behandelingen sneller worden toegepast. Ook werd hierbij i.v.m. de urgentie niet altijd met een controlegroep gewerkt. De ethiek speelt hier eveneens (gelukkig) een rol in, anders waren deze resultaten er nooit zo snel gekomen. Zie ook de toelichting van Marc Bonten die nu met dergelijk onderzoek op het gebied van Long Covid de kar trekt in het UMC Utrecht. Er worden voorbereidingen getroffen zodat het onderzoek in het volgende jaar, in een nieuwe ronde van toekenning van onderzoeksgelden door de overheid, gelijk van start kan gaan.
Daarnaast
Daarnaast hebben we nog steeds pioniers nodig die ‘ontdekkingen doen’ met de ‘off-label’ toepassing van bestaande medicatie. ‘Off-label’ wil zeggen dat een medicijn oorspronkelijk voor iets anders werd ontwikkeld. Zonder deze observaties van artsen en patiënten uit de praktijk zou er überhaupt geen basis zijn om deze medicijnen verder te onderzoeken. Deze ervaringen bieden nl. aanknopingspunten van vermoede werkingsmechanismen. Het is dan ook belangrijk dat we daarvoor actief ruimte scheppen en vormen zoeken (zoals bijv. met ‘voorlopige toestemming’), zodat huisartsen en patiënten niet eindeloos hoeven te wachten maar op basis van ‘aanwijzingen voor effect’, in goed overleg met hun patiënt, behandelingen kunnen proberen, uiteraard goed gemonitord. Als de urgentie hoog is, is het handelen met ‘de kennis van nu’ zeer goed te verdedigen. We zien nu bijvoorbeeld dat patiënten door het eindeloze wachten alleen maar verder achteruit gaan.
Het is belangrijk dat mogelijkheden voor behandelingen met reeds bestaande medicijnen (lopende het onderzoek) toegankelijker worden gemaakt met goede informatie, zodat de patiënt hier samen met de (huis) arts over kan beslissen. Dat stukje regie, wat betreft een keuze (en het daarin afwegen van voor- en nadelen) aan de patiënten te geven is belangrijk omdat het over hún kwaliteit van leven gaat.
Zie ook de informatie over de ‘off-label’-toepassing van SSRI medicatie bij Post Covid en de publicatie die daardoor tot stand is gekomen in het vakblad Science Reports, op 2 november 2023. Voor een deel van de Long Covid patiënten kan dit (redelijke tot sterke) vermindering van klachten geven. Gezien de voor een deel overeenkomende verstoringen, acht de hoofdauteur van het artikel (oud-neur0psychiater Carla Rus) het ook zeer aannemelijk dat deze medicatie voor een deel van de sepsis-patiënten met ernstige en langdurige klachten kan helpen. Voor een ander deel zal het minder goed of niet werken. Ook kunnen er bijwerkingen optreden en is voorzichtige op- en afbouw noodzakelijk. Maar het biedt wel een optie, zeker omdat het een reeds bekend medicijn is (bij de genoemde link is een document beschikbaar met doseringen, info over bijwerkingen en andere aandachtspunten).
Voor de op te starten onderzoeken, gecoördineerd vanuit het UMC Utrecht, is deze publicatie van groot belang, en zonder deze ‘off-label’-toepassing waren deze inzichten niet opgedaan. Zie de afbeelding hieronder waarin één van de zeer waarschijnlijke mechanismen wordt toegelicht. Deze uitleg is gebaseerd op kennis over de interactie tussen delen van het immuunsysteem en het neurotransmittersysteem (de ‘boodschapperstofjes’ in het brein).
Samenwerking
Inmiddels is een Patiëntenalliantie PAIS (Post Acute Infectieuze Syndromen) opgericht. Sepsis en daarna is met hen in gesprek omdat samenwerking, bundeling van krachten maar ook uitwisseling van kennis zo belangrijk is. Daarnaast is er vanuit SepsisNet en Sepsis en daarna een constructieve samenwerking op gang gekomen met C-support. Sepsis-patiënten zouden nl. óók enorm geholpen zijn bij dergelijke support. En dat niet alleen; vele patiëntengroepen, zoals die binnen PAIS vallen, ontberen dergelijke steun. Zij worden vaak van het kastje naar de muur gestuurd omdat niemand echt specifiek verantwoordelijk is voor de nazorg.
Gezien de toenemende druk op de gezondheidszorg zal het wellicht niet mogelijk zijn om voor al deze patiënten (een hele grote groep!) de ondersteuning in deze vorm (van C-support, met medische en nazorg-adviseurs) te blijven bieden. Maar wat wél nodig is, is expertise én een (kennis)netwerk om die in het hele land te delen en actief onder de aandacht te brengen. Als professionals en patiënten makkelijk toegang hebben tot goede informatie over deze ziektebeelden en hun gevolgen, wat ze kunnen verwachten, welke benaderingen en therapieën mogelijk kunnen helpen (incl. video’s, folders, etc.) en waar ze terecht kunnen, en wanneer er een ‘zorgpad’ ligt, kan dat al veel onzekerheid en een zeer vermoeiende zoektocht besparen. Het begint met een stuk erkenning en kennis.
Uitspraken en antwoorden van de Minister van VWS
De Minister heeft intussen, na vragen vanuit de Tweede Kamer en aandringen van patiënten-organisaties, opdracht gegeven om een ‘Onderzoeks- en expertisenetwerk post-Covid’ in te richten. Een mooi plan is daarvoor inmiddels opgesteld. Ook Sepsis en daarna is in de Klankbordgroep vertegenwoordigd bij de werkgroep ‘Ontwikkelingen en implementatie van post-COVID zorgpaden.’
Is de kennisontwikkeling binnen dit netwerk ook bedoeld voor andere PAIS (Post Acute Infectieuze Syndromen)? Precies die vraag is door SepsisNet en Sepsis en daarna in samenwerking met de Partij voor de Dieren, neergelegd bij de Minister van VWS. Dat gebeurde bij het stellen van 16 Kamervragen over sepsis (n.a.v. het Sepsis Alarm Boek). Lees hier de 16 Kamervragen.
De Minister van VWS gaf helaas op diverse fronten een teleurstellend antwoord op deze vragen (waarin hij een nationale aanpak van sepsis niet oppakt ondanks de oproep van de WHO) maar gaf wel aan: “We blijven de resultaten uit andere landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, volgen en zullen indien nodig onze strategie heroverwegen.” Ook België en Duitsland horen bij die ‘andere landen’….Daarnaast beoogt hij met het expertise-netwerk dus ook verdere verspreiding en uitwisseling van kennis. De deur op een hele kleine kier dus…. Zie hieronder vraag 14 en het antwoord van de Minister daarop).
Vraag 14 van de Kamervragen van Esch over sepsis
“Bent u bijvoorbeeld bereid om een post infectieus expertisecentrum op te zetten, zodat onder andere sepsis-patiënten niet van de ene specialist naar de andere hoeven? Zo nee, waarom niet?”
Antwoord vraag 14.
“Ik heb recent ZonMw de opdracht gegeven om een expertisenetwerk post-COVID op te richten. Doel van het expertisenetwerk is de coördinatie, organisatie en ondersteuning van onderzoek naar post-COVID en het delen van kennis over behandelingen en onderzoek met de zorgpraktijk. Daarbij heb ik aangegeven dat in het expertisenetwerk verbinding dient te worden gemaakt met onderzoek naar andere postinfectieuze aandoeningen. We streven niet naar een expertisecentrum op één locatie daar dat geen recht zou doen aan de omvang van de groep patiënten, maar naar een expertisenetwerk waarin kennis breed wordt gedeeld met alle zorgprofessionals die zich bezig houden met de behandeling van patiënten met post-COVID alsook patiënten met andere postinfectieuze aandoeningen.”
Voor de antwoorden op de overige vragen, zie bij deze link.
In ieder geval wordt er nu binnen VWS een aparte afdeling ‘Infectie-ziekten’ opgezet en is het streven om in de toekomst een ‘support-systeem’ paraat te hebben, o.a. bestaande uit kennis die nu bij C-support is opgebouwd. Daarmee kan dan sneller ingespeeld worden op kennishiaten en de noden van toekomstige patiënten bij het onverhoopt uitbreken van een nieuwe pandemie.
De lijn die C-support in een beleidsplan hiervoor heeft uitgestippeld, getiteld ‘Meerjarenplan C-support, routekaart (zie pagina 13) vind je bij deze link. Zie de routekaart hierboven afgebeeld. Laten we hopen dat al deze samenwerking en krachtenbundeling ook voor sepsis-patiënten leidt tot meer bekendheid met het ziektebeeld en meer erkenning, expertise en aandacht rond de gevolgen.
Zie ook de blog: ‘Nieuws rond sepsis en het Post Sepsis Syndroom‘.
13-12-2023